Financieel resultaat

Het financiële resultaat van de Bestuursrapportage 2018 bedraagt € 3.337.000 positief, waarmee de bijgestelde Begroting 2018 op een begrotingsoverschot van € 4.094.000 uitkomt. De grootste financiële afwijkingen ten opzichte van de Begroting 2018 zijn autonoom van aard of het resultaat bij verbonden partijen. We zien een aantal incidentele baten als gevolg van dividenduitkeringen, extra rijksbijdragen en rekeningresultaten 2017 van verbonden partijen. Ondanks dat we deze meevallers in het verleden vaker zien, zijn we terughoudend om deze structureel in de Begroting op te nemen. Er bestaat onvoldoende zekerheid over het structurele karakter van deze baten.

Tegenover deze meevallers staan slechts een beperkt aantal tegenvallers. Het aantal tegenvallers is kleiner dan voorgaande jaren. We zien dat de organisatie steeds beter in control is en structurele tegenvallers direct zijn verwerkt bij Kadernota en Begroting. Daarnaast draagt ook het gunstige economische klimaat bij aan een positief beeld. Zo nemen bijvoorbeeld (bouw)vergunningaanvragen toe en bijstandsaanvragen en leegstand vastgoed af.

Bij dit positieve beeld dient de kanttekening gemaakt te worden dat we te maken hebben met een aantal onzekerheden. In de paragraaf "naar de jaarrekening" is een aantal ontwikkelingen geschetst die het resultaat negatief kunnen beïnvloeden. Voor deze onzekerheden is een afdoende weerstandsvermogen van belang. Met een ratio van rond de 1,0 zitten we op de ondergrens van de gewenste omvang en ook in vergelijking met andere gemeenten aan de lage kant.

We stellen voor het saldo van deze Bestuursrapportage, conform staand beleid, toe te voegen aan het huidige begrote (positieve) resultaat. Dit saldo zal, behoudens verschillen tussen 'begroot en realisatie' aan het einde van het jaar, beschikbaar zijn voor resultaatbestemming en daarmee in beginsel worden verrekend met de Algemene Reserve.

Verbonden Partijen
In tegenstelling tot eerdere jaren bevat deze bestuursrapportage een actualisatie van de informatie van alle verbonden partijen in plaats van enkel de verbonden partijen met een hoge risicokwalificatie. Dit doen we zodat we ook bij dit planning- en controlproduct een compleet beeld van de actuele situatie inzake de verbonden partijen hebben. Voor een groot deel waren deze gegevens al opgenomen in de Jaarstukken 2017, waar mogelijk zijn nu de ontbrekende gegevens ingevuld of aspecten geactualiseerd op basis van recente informatie vanuit de verbonden partij (bijvoorbeeld als sprake is van een geactualiseerde begroting of bestuursrapportage). We vinden het belangrijk een actueel beeld van alle verbonden partijen te presenteren, aangezien een groot deel van het inhoudelijk en financieel belang van Dordrecht is belegd bij de verbonden partijen. Afwijkingen bij die organisaties kunnen dus impact hebben op het bereiken van onze Dordtse doelstellingen of de Dordtse begroting. Door voortaan bij de bestuursrapportage een completer en integraler beeld te presenteren, kunnen we ontwikkelingen bij verbonden partijen monitoren, zodat we adequaat kunnen (bij)sturen.

Grootste financiële afwijkingen
Aan de hand van onderstaande tabel lichten we de belangrijkste financiële afwijkingen toe. Onder 'Programma's' zijn alle financiële afwijkingen per programma toegelicht.

Autonome afwijkingen
Het Eneco dividend valt incidenteel hoger uit, daarentegen is het Stedin dividend eenmalig lager door een afwaardering. We hebben via het Gemeentefonds meer middelen ontvangen van het Rijk via de december- en meicirculaire. Zowel de baten als lasten bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid zijn hoger dan begroot door extra grote vergunningaanvragen in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Afwijkingen bij verbonden partijen
De uitgaven voor jeugd zijn hoger dan begroot omdat de rijksmiddelen voor jeugd niet toereikend zijn en het resultaat van de jaarrekening 2017 van de totale Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD) is meegevallen. De kosten voor Beschermd Wonen vallen, evenals in 2016 en 2017 wederom mee en de gemeentelijke bijdrage aan Drechtwerk is lager dan begroot door bijsturing op de kosten en het realiseren van extra (netto) opbrengsten.