Naar de jaarrekening
De Bestuursrapportage laat een financiële prognose zien die is gebaseerd op de eerste zes maanden en geeft een doorkijk naar de resterende maanden van het lopende begrotingsjaar. Van een aantal onderwerpen is nog niet geheel zeker of ze in 2018 een afwijking zullen laten zien. Daarom zijn deze ‘risico’s en onzekerheden’ nog niet in de financiële prognose van deze Bestuursrapportage verwerkt. Daarnaast wordt de raad op een aantal onderwerpen aparte besluitvorming voorgelegd, zoals de bijgestelde prognose van het Grondbedrijf.
Grondbedrijf
De geprognosticeerde uitgaven op alle complexen zijn € 6,3 miljoen lager en de inkomsten € 13,6 miljoen lager dan begroot. De meeste afwijkingen betreffen verschuivingen in tijd (fasering) en hebben geen effect op de saldi van de projecten. De begrotingen van deze complexen zullen, met uitzondering van Stadswerven, bij de voorlopige prognose van het Grondbedrijf worden aangepast. Voor Stadswerven zal de begrotingswijziging onderdeel uitmaken van een raadsvoorstel in het vierde kwartaal van 2018.
Op dit moment kunnen onder andere de volgende onderwerpen het eindresultaat bij de Jaarrekening 2018 nog beïnvloeden.
Onderwijshuisvesting
Wat betreft onderwijshuisvesting wil de Belastingdienst nog niet meewerken aan afspraken over de fiscale aspecten, waardoor de planning dreigt uit te lopen. We hopen met de Belastingdienst toch afspraken te kunnen maken waardoor we de doordecentralisatie in de tweede helft 2018 kunnen implementeren (zie RIS-dossier 2222393).
Dienstverlening Drechtsteden
Het team Klantcontact binnen Dienstverlening Drechtsteden krijgt de komende jaren te maken met ingrijpende veranderingen, vooral als gevolg van de toenemende digitalisering. Dienstverlening Drechtsteden bereidt zich voor op deze toekomst. Medewerkers worden daarbij voorbereid om in een veranderende organisatie de gevraagde dienstverlening van de toekomst te kunnen bieden. Deze kwalitatieve en kwantitatieve transformatie gaat gepaard met extra personeelskosten. Wij streven ernaar deze extra lasten binnen de begroting op te lossen. Gezien de omvang van de opgave bestaat de kans dat dit leidt tot een budgetoverschrijding. Deze budgetoverschrijding wordt in eerste instantie gedekt vanuit de egalisatiereserve Dienstverlening Drechtsteden.
Uitvoering coalitieakkoord
De Begroting 2018 en deze Bestuursrapportage 2018 is tot stand gekomen op basis van doelstellingen van het vorige college. Wij, het nieuwe college, hebben de uitvoering hiervan overgenomen. We zetten de beweging voorwaarts aan kracht bij door de ambities die dit voorjaar zijn vastgelegd in het Coalitieakkoord 2018-2022. De financiële vertaling van de nieuwe ambities vindt plaats in de Begroting 2019, maar daar waar binnen de huidige begroting ruimte is, wordt niet geaarzeld om deze ambities al op te pakken. Om niet momentum te verliezen en de tweede helft van dit jaar in een wachtstand te blijven staan op deze ambities, worden op een aantal dossiers al voorbereidingen getroffen, plannen gemaakt en/of gesprekken gevoerd met betrokken partijen. De hiervoor benodigde personeels- en advieskosten vangen we op binnen het totaal van de bestaande begrotingsruimte. In de Begroting 2019 zullen de benodigde middelen voor de uitvoering van deze ambities worden opgenomen en verder worden uitgewerkt.
Risico Mijlweg, subsidie Topper regeling
In de periode van eind 2015 – begin 2016 heeft er een review door de Rijksaccountantsdienst plaatsgevonden op de, door het ministerie van Economische Zaken, verstrekte en in 2014 vastgestelde "Topper subsidie" voor de reconstructie van de Mijlweg. Dit was voor ons aanleiding om mogelijke gedeeltelijke terugvordering van ontvangen subsidies ad. € 2,1 in het risicoprofiel op te nemen. Het reviewrapport van de Rijksaccountantsdienst vermeld dat het ministerie ten onrechte zekerheid heeft verleend aan de afgegeven goedkeurende accountantsverklaring. De gemeente en het betrokken accountantskantoor delen deze conclusie niet en zijn van mening dat deze opmerking onjuist is. Op 2 juli jl. heeft de gemeente de kwestie besproken op het ministerie en op 7 september jl. heeft de gemeente haar standpunt schriftelijk toegelicht en aangetoond dat er in materiële zin geen onrechtmatigheden en/of ondoelmatigheden hebben plaatsgevonden. Het wachten is nu op het definitieve rapport van de ADR waarin de managementreactie van het ministerie is opgenomen. Het verdere proces zal afhankelijk zijn van de inhoud van deze managementreactie.
Aangescherpte wettelijke vereisten vastgoed
Met grote regelmaat zijn, vanwege wettelijke voorschriften, aanpassingen aan het gemeentelijk vastgoed noodzakelijk. Hierbij is te denken aan brandmeldinstallaties, asbestsaneringen, legionellabestrijdingsmaatregelen, et cetera. In de huidige Vastgoednota 2016 – 2018 is bepaald dat de voor dergelijke aanpassingen benodigde investeringen via separate voorstellen aan de raad ter besluitvorming moeten worden voorgelegd. De dekking voor deze investeringen moet eveneens per geval worden gezocht en kan bij ontbreken van alternatieven ook effect hebben op het exploitatieresultaat. De omvang van dit soort investeringen kan sterk fluctueren en ligt gemiddeld rond de € 0,5 miljoen per jaar (exclusief al dan niet wettelijke vereiste duurzaamheidsmaatregelen). Met het oog op het terugkerende karakter van dergelijke investeringen zal bij de actualisatie van de huidige Vastgoednota een voorstel worden gedaan hoe hier in de toekomst mee omgegaan kan worden.
Vennootschapsbelasting (VPB)
De gemeente Dordrecht heeft inmiddels aangifte gedaan voor de VPB over het boekjaar 2016. Deze aangifte is getoetst door een extern gespecialiseerd bureau. De ingediende aangifte gaat uit van een heffing van 0 euro. Veruit de meeste activiteiten van de gemeente zijn ons inziens niet te kwalificeren als ondernemerstaken, waarbij sprake is van deelname aan het economisch verkeer en baten die de uitvoeringslasten (structureel) overtreffen. Voor het onderdeel straatparkeren is beroep gedaan op de vrijstelling voor overheidstaken. Op dit moment wachten wij de beoordeling van onze standpunten en de aangifte door de Belastingdienst af en bereiden wij de aangifte voor het boekjaar 2017 voor.
Afhandeling juridische claims
De gemeente is aansprakelijk gesteld voor geleden schade als gevolg van genomen besluiten en uitgevoerde of gestaakte projecten. Deze zaken zijn opgenomen in ons risicomanagementsysteem, waardoor hiervoor ook in het weerstandsvermogen rekening wordt gehouden. Daarnaast is in voorgaande jaren al een voorziening getroffen voor zaken waarbij de kans groot is dat hier daadwerkelijk kosten uit voortvloeien. Wij verwachten dit jaar enkele van deze zaken te kunnen afsluiten met een schikking, dan wel door een gerechtelijke uitspraak. Om de gemeentelijke belangen niet te schaden wordt hier verder niet op de inhoudelijke zaken ingegaan. De verwachting is dat het financieel effect op de exploitatie beperkt zal zijn.